Inloggen

Ander nieuws

Geen ab meer door verlenen van calloptie

Wie een calloptie op zijn aandelen verleent, draagt daarmee een deel van zijn economische belang bij deze aandelen over. Dit kan ertoe leiden dat hij geen aanmerkelijk belang (meer) heeft.


Een man leent op 11 oktober 2011 € 150.000 aan een bv. Andere participanten lenen de bv nog eens € 400.000. De bv verplicht zich tegenover de participanten om het geleende geld te gebruiken voor het verkrijgen van aandelen in een andere vennootschap. De bv moet over haar schuld een winstafhankelijke rentevergoeding betalen. Deze rentevergoeding is rechtstreeks gekoppeld aan de opbrengsten uit de aandelen in het kapitaal van de dochtervennootschap. De lening heeft een onbepaalde looptijd. Bij vervreemding van de aandelen komt de opbrengst ten bate van de participanten en eindigt de leningovereenkomst. Voor zover de bv de lening op dat moment niet volledig kan terugbetalen, doen de participanten afstand van hun vordering. Daarnaast verlenen de participanten een calloptie aan de bv. Daardoor kan de bv 20% van de openstaande vordering kopen voor € 110.000 maal het aandeel in de totale vordering van de desbetreffende participant.

Aandelen verkopen en optie uitoefenen De bv besteedt inderdaad het geleende geld om aandelen te verkopen. In 2014 verkoopt de bv enkele van deze aandelen en gebruikt de opbrengst voor aflossing en rentebetaling op de lening aan haar participanten. De bv maakt gebruik van haar calloptie. Eind 2014 vindt een splitsing van de aandelen in de dochtervennootschap plaats. Na die splitsing heeft de bv 80,55% van de aandelen in die vennootschap. 19,44% van de aandelen hangt samen met de lening. De bv verkoopt in 2018 de resterende aandelen in de dochtervennootschap. De netto verkoopopbrengst maakt zij over aan de participanten. Daarbij verrekent zij de optievergoeding. De man ontvangt in verband met de aandelenverkoop € 907.565. Volgens de Belastingdienst heeft de man in 2018 een inkomen uit aanmerkelijk belang genoten van € 751.113. Maar de man betwist dat en stelt dat zijn participatie in box 3 valt. Het geschil belandt voor rechtbank Zeeland-West-Brabant.

Overgaan van economische belang De rechtbank stelt ten eerste dat de man niet de juridische eigendom van de aandelen in de dochtervennootschap heeft. Die eigendom rust immers grotendeels bij de bv. Maar de man zou wel de economische eigendom van de aandelen in de dochtervennootschap kunnen hebben. Door het verstrekken van de calloptie heeft de man echter niet meer het volledige economische belang bij de aandelen, maar het volledige economische belang bij 80% van de aandelen. Het economische belang van de man in de kleindochtervennootschap is dus 80% x (€ 150.000/ € 550.000) x 19,44% = 4,24%, dus minder dan 5%. De rechtbank benadrukt hierbij dat de economische eigendom al overgaat voordat de optiehouder zijn optie uitoefent. Daarom verlaagt de rechtbank het inkomen uit aanmerkelijk belang van de man. Uiteindelijk komt de rechtbank uit op een verlies uit aanmerkelijk belang van € 81.452.

Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 18-07-2024 (gepubl. 25-07-2024).

« Terug naar nieuwsoverzicht
© lArcade 2024